1846 30 OKTOBER 1980 De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. (Diverse raadsleden, onder wie de heer Vee- lenturf, zijn niet in de raadszaal aanwezig.) De heer GARRITSEN: Is het quorum aanwezig? De VOORZITTER: Dat hoeft helemaal niet, mijn heer Garritsen. De heer VAN ASSELDONK: Wij beschouwen de motie-Veelenturf als een ingreep in het "particu- lier initiatief". Ons verzoek aan de C.D.A.-frac- tie is de motie in te trekken, vooral met het oog op de toelichting van de wethouder. De heer MARTENS: Als de Freule hierbij zou zitten, zou ze zeggen: het is gekkenwerk.' Ik zie dat zelfs de hoofdfiguur in dit debat op dit ogen blik nog niet aanwezig is, Omdat ik van het college een duidelijk ant- woord heb gekregen, kan ik in tweede termijn erg kort zijn. Over de motie zou in het volgende wil len zeggen, Het is gebruikelijk dat een open se lectieprocedure wordt gevolgd en dat is ook in dit geval gebeurd. De wethouder heeft er al op gewezen dat er een advertentie in de krant heeft gestaan. Na de passage over een open selectiepro cedure wordt in de motie aangedrongen op het be trekken van de dienst van jeugd en sport bij deze selectieprocedure. Ik moet zeggen dat ik hier het C.D.A. niet meer terugken. Het C.D.A. heeft zich altijd tegen ingrijpen in het particulier initia tief verzet en nu blijkt het daartoe bij de Stich ting de Pluu toch te willen overgaan. Wij vinden dat best, maar dan moet het gebeuren bij alle in stellingen die van de gemeente subsidie krijgen. Dit is onze ogen een vrij ernstige zaak. De ver antwoordelijkheid waarvan in de motie sprake is, moet naar onze mening bij het stichtingsbestuur liggen. De gemeentelijke coördinatie de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1846