1848 30 OKTOBER 1980 nodig hebben. Er wordt nu met een groep een begin gemaakt; men zal het daar niet bij moeten laten en er zullen op dit terrein nog andere dingen moeten gebeuren. Wat de verdere invulling betreft: het ver baast mij enigszins dat het C.D.A.dat toch een nogal katholieke achtergrond heeft, bij monde van de heer Veelenturf nog steeds over Katholieke Wer kende Jongeren blijkt te spreken, terwijl men al jarenlang de aanduiding Beweging voor Werkende Jongeren gebruikt. Het woord "katholiek" is -- mijns inziens terecht al geruime tijd afge schaft. Ten aanzien van de motie kan ik mij volledig aansluiten bij de opmerkingen van de heer Martens. Wèl wil ik nog iets zeggen over het gemeentelijk coördinatiepunt, vooral in verband met agressief gedrag bij jeugdigen. Ik mis in de motie de vraag, hoe je tegen agressief gedrag moet aankijken. Naar mijn mening ik wil er nu niet uitvoerig op in gaan heeft het alles te maken met de wijze waarop de jeugdwerkloosheid wordt aangepakt, met humanisering en democratisering van het werk, met het aantrekkelijker maken van de arbeid. Het gaat erom dat je jongeren zelf laat beslissen: je moet de jongeren, de mensen die ergens werken, beslis singsbevoegdheden geven. Bij het C.D.A. proef ik eigenlijk toch weer een tendens waarbij men in bevoogdende zin wil beoordelen wat de jongeren gaan doen. Ik vind dat je die verantwoordelijkheid bij de jongeren moet leggen en dat je zeker niet de raad de bevoegdheid moet geven daarop een zwaar stempel te drukken. De jeugdadviesraad kan hierop mijns inziens veel zinniger inspelen dan de ge meenteraad, die over het algemeen niet uit jonge ren bestaat. De VOORZITTER: Ik zie dat de heer Veelenturf inmiddels aanwezig is. Hij zal hebben begrepen dat het debat al aan de gang was. Er is van drie kan ten een beroep op hem gedaan de motie in te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1848