28 JANUARI 1980 185 - het belasting-achtige karakter van de ver hoging van de gastarieven, - de onaanvaardbare druk van de verhoging op de zwakke inkomensgroepen, - het afschuiven van de verantwoordelijkheid van de landelijke naar de plaatselijke over heid, stelt vast, - de verhoging van de gastarieven voorshands onder protest te aanvaarden, geeft het college in overweging, - pogingen te doen deze verhoging ongedaan te maken, een en ander zonder financiële bij drage van de gemeente, - adhaesie voor haar standpunt te vragen bij andere gemeenten, - de mening van de raad om dit kenbaar te ma ken aan de regering en de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal." Voldoende ondersteund zijnde maakt de motie- Dreef mede onderwerp van beraadslaging uit. De heer KAMMERAAT: Mijnheer de voorzitter. Ik zou nu al kunnen reageren op hetgeen de heer Dreef heeft gezegd, maar gezien het feit dat er een mo tie is ingediend lijkt het mij verstandiger dat de fractie daarover eerst even overleg pleegt. De VOORZITTER: Als u dat zelf verstandiger vindt, mijnheer Kammeraat, bestaat daar van onze kant uiteraard geen bezwaar tegen. Ik stel voor dat wij de verdere behandeling van dit agendapunt even aanhouden en eerst enkele andere agendapunten afhandelen. Misschien zal er zelfs nog een korte schorsing nodig zijn, zodat de fracties een defi nitief standpunt kunnen bepalen. Aldus wordt besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 185