30 OKTOBER 1980
1863
het college niet ten volle gehonoreerd. Dit bete
kent dat het wensenpakket van de dienst van be
plantingen voor het onderhoudsniveau in de Haagse
Beemden r en dus ook in de rest van Breda geen
"botertje tot de boom" is. Dat bedoel ik als ik
zeg dat we zullen merken dat we een stapje terug
moeten doen.
In zijn aanbiedingsbrief bij het rapport aan
het college men heeft dat bij de stukken kunnen
zien schrijft de directeur van de dienst be
plantingen dat de kosten bij nader overleg in zijn
begroting zitten. Ik denk dat men hieruit moet af
leiden dat hij liever meer geld had gehad, maar
dat hij de raad in de Haagse Beemden hoge priori
teit garandeert voor de onderhoudskosten die deze
operatie met zich meebrengt. Men mag mijns inziens
de conclusie trekken dat de directeur deze onder
houdskosten veilig gesteld acht. Het is geen kwes
tie van het uit de boot vallen van de dienst van
beplantingen, maar we moeten beseffen dat het ge
ven van prioriteit aan deze uitgaven ten koste van
iets anders zal moeten gaan en dat we dat zullen
merken.
Een tweede opmerking van de heer Van Assel-
donk had betrekking op de verhouding van de land-
goederenzone Burgst tot het buitengebied. Hij heeft
zich afgevraagd of het niet te betreuren valt dat
de raad nog niet over het rapport buitengebied be
schikt en hij wil graag weten waar dat rapport
blijft. We hebben hier te maken met een drama dat
zich in het gemeentelijk leven vaker afspeelt en
waar de heer Van Asseldonk terecht op wijst. Ik
denk dat niemand het rapport buitengebied heeft
gelezen, maar dat bijna iedereen ongeveer weet wat
er in staat, want de heer Van Asperen kan, denk
ik, niet nalaten er in contacten met raadsleden
over te praten.
Het rapport buitengebied gaat over het ruil-
verkavelingsgebiedhet recreatiegebied en de land-
goederenzone; de landgoederenzone is er in het
vanavond ter tafel liggende voorstel uitgelicht.