1876
30 OKTOBER 1980
indruk dat het één een beetje in tegenspraak is
met het ander. Bovendien: als de gemeente bij wij
ze van spreken de heer Bogers in zijn onmogelijk
heden tegemoet komt, begrijp ik niet dat door de
heer Bogers aan de gemeente zulke zware voorwaar
den worden opgelegd. Dat staat, meen ik, niet in
verhouding tot de coulance van de gemeente. Het
lijkt mij dat de onderhandelingen dan toch niet
helemaal "fifty/fifty" zijn geweest. Ik heb de in
druk dat de heer Bogers een zware claim op het
geheel legt. De wethouder heeft gezegd dat het met
de mogelijke overlast niet zo'n vaart zal lopen,
waarin hij, dunkt mij, gelijk heeft: de verplaat
sing wordt mijns inziens goed aangepakt. Ik vind
echter dat we theoretisch deze weg niet mogen vol
gen. De gemeente mag niet haar burgers de dupe
laten worden terwijl zij andere burgers bevrijdt.
Dat kan niet. Ik blijf erbij dat dit opnieuw moet
worden bekeken.
Wethouder VAN DUN: Ik kan mevrouw Saelman
natuurlijk nooit over de brug krijgen. Haar op
stelling wekt de indruk dat de gemeente als een
ja-knikker heeft zitten geven en nemen. Ik over
drijf nu een beetje, maar zij heeft in ieder geval
gezegd dat dit geen "fifty-fifty-deal" is. Ik ver
zoek haar echter maar nu ga ik misschien te
ver zich in te denken vanuit welk startpunt we
hadden kunnen vertrekken. Als de gemeente voor
100% koel, zakelijk en keihard de onderhandelin
gen was begonnen, was er, denk ik, niets gebeurd
en was er een andere figuur aan de orde geweest,
namelijk toepassing van de a.p.v. In dat geval had
alles wat er stond van de straat af gemoeten, maar
ik weet niet welke situatie dan zou zijn ontstaan,
waarbij ik afzie van de gevolgen voor de persoon
lijke situatie van de heer Bogers, maar aandacht
vraag voor het probleem hoe Breda zijn wrakken van
de weg krijgt.
De heer GARRITSENEr zijn mogelijkheden in