1880
30 OKTOBER 1980
ontwikkelingen in de Haagse Beemden zou ik nog
even in het kort willen memoreren.
In de eerste plaats heeft onze fractie in de
aanvang altijd bezwaar gemaakt tegen de lokatie
van de stadsuitbreiding. Wij vonden de Haagse
Beemden te geïsoleerd en we waren van mening dat
de alternatieven niet voldoende waren afgewogen.
Wij hadden ook bezwaren tegen de inhoud van
de plannen. De woningdifferentiatie lag ver van
hetgeen wij met het oog op de woningnood in Breda
nodig vonden en we waren van mening dat de voor
zieningenplanning te grootschalig en te autoge-
richt was.
Verder hadden we bezwaren tegen de procedure.
De inspraak van toekomstige bewoners van de Haagse
Beemden ontbrak in de plannen volkomen en we von
den dat de gemeente te veel overliet aan particu
liere projectontwikkelaars.
Er ligt nu een eerste bestemmingsplan voor
de tweede fase vóór ons en we moeten ons dan ook
afvragen, in hoeverre de bezwaren die we bij de
eerste fase hebben uitgesproken, nog opgaan. Ons
eerste bezwaar de lokatie van de stadsuitbrei
ding is eigenlijk niet meer actueel. Er is een
proces in volle gang gekomen en er wordt veel ge
bouwd. Dat proces nu stopzetten zou een enorme
kapitaalvernietiging betekenen en ik meen dan ook
dat het nu te laat is om het argument van de loka
tie nog van toepassing te doen zijn, ondanks alle
betekenis die net in het verleden heeft gehad en
die ik nog steeds onderschrijf.
Overgaand tot de planinhoud moet ik vaststel
len dat het globale bestemmingsplan dat nu vóór
ons ligt opmerkelijke verschillen vertoont met de
bestemmingsplannen van de eerste woonbuurt. Wij
ontdekken in het bestemmingsplan-Kesteren veel
goede punten. Ik noem in dit verband het openbaar
vervoer. Het opvallende is natuurlijk de N.S.-
halte, maar ook de busvoorziening in het buurtje
Kesteren is heel goed: de afstanden van de wonin
gen tot de bushaltes zijn kort. Het buurtcentrum