1925 1 DECEMBER 1980 het comité. Voorts kunnen wij U mededelen dat de betrokken portefeuillehouder op 3 oktober 1980 een gesprek heeft gehad met het wijkcomité over de laatste he te hangijzers rondom de renovatie. VRAAG (gesteld dd. 2 juli 1980, ing. 2e lid, art. 40 R.v.O. De heren C. Kammeraat en J. v.d. Wijngaard. Opgeschrikt door de mededeling van wethouder Brooi mans, in de vergadering van de commissie bedrijven op 1. juli j.l. over aantoonbare concentraties van 0.a. tolueen in de grond rond de vuilstort Bavel- Dorst, na lezing van de publicatie in dagblad "De Stem" van hedenochtend en na overleg met CDA- raadsleden uit omliggende gemeenten, stellen wij U de volgende vragen: 1. Welke resultaten heeft het onderzoek opgeleverd dat door de provincie is ingesteld naar het grondwater rond de vuilstort? 2. Is de aanwezigheid van schadelijke chemische stoffen aangetoond in monsters uit de meet- en waarnemingsputten van het waterwinningsbedrijf te Dorst? 3. Valt aan te nemen dat besmetting van het grond water rond de vuilstort zich uitbreidt tot aan het waterwingebied? 4. Acht U het met ons noodzakelijk om bij de pro vincie aan te dringen op metingen in het gebied tussen de vuilstort en het waterwingebied? ANTWOORD ad. 1 Blijkens een door de provincie op 1 juli 1980 uitgegeven persbericht zijn de resultaten als volgt aan te duiden: Bij het onderzoek heeft de (provinciale) milieumeetwagen monsters genomen op een vijftal plaatsen binnen een cirkel van 100 meter rond de stortplaats op diepten vari^ erend van 6 tot ca 55 meter. De analyse van de monsters, waarbij behalve naar xyleen en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1925