1 DECEMBER 1980
1936
De heer VAN DEN STEENOVEN: Ik vind het toch
wel prettig dat de heer Ten Wolde die interruptie
maakte, want daardoor kan er meer duidelijkheid
ontstaan. Ik wil in elk geval vaststellen dat de
woorden van de heer Ten Wolde die ik zojuist aan
haalde inderdaad in de notulen zijn vermeld; men
kan de notulen daarop naslaan. Ik heb de notulen
van november 1978 en juni 1979 zelfs bij me. In
feite is het bouwbeleid van de afgelopen jaren op
die filosofie gebaseerd geweest. Er is een beleid
gevoerd waarbij werd uitgegaan van een beperkt
aantal woningwetwoningen. Ik zou het een door de
V.V.D. geïnspireerd bouwbeleid willen noemen. Het
resultaat daarvan is de aanwezigheid van honderden
onverkoopbare nieuwbouwwoningen en kavels voor du
re woningen en 7.000 woningzoekenden in Breda. Dit
is bepaald niet het beleid geweest dat de Partij
van de Arbeid wenste en wij hebben dan ook altijd
tegen voorstellen in het kader daarvan gestemd. Het
is dankzij de meerderheid die V.V.D. en C.D.A. te
zamen vormen tot stand gekomen en men moet dan ook
niet zeggen dat de situatie waarvan nu in Breda
sprake is het faillissement van de P.v.d.A.-filoso
fie bewijst, want de laatste jaren werd het beleid
door de V.V.D. bepaald dan wel gestimuleerd. Nu
zitten we met de problemen, maar ik constateer dat
thans bij het college het inzicht begint te komen
dat het anders moet, getuige de nota volkshuisves
ting en getuige hetgeen ons nu wordt voorgelegd
ten aanzien van Resteren. Het bevreemdt mij een
beetje dat nu wordt geprobeerd twee verschillende
beleiden, het beleid dat in het verleden is ge
voerd en het beleid waarmee nu wordt begonnen, aan
elkaar te praten, want in feite kan dat gewoon
niet. Ik zal dan ook graag van de V.V.D. horen dat
zij toegeeft dat zij er een aantal jaren naast zat.
De heer TEN WOLDEIk moet nu toch wel even
interrumperen. De heer Van de Steenoven heeft en
kele zinnen uit de notulen geciteerd, maar als hij
dat wil doen moet hij ook alle zinnen citeren. Het