1937
1 DECEMBER 1980
college is nu tot de conclusie gekomen dat er met
de woningbouw een andere weg moet worden opgegaan,
maar het bewijs dat dat ook mogelijk is moet nog
op tafel worden gelegd; dat hangt af van de subsi
dies van de rijksoverheid. In de tweede plaats
wijs ik erop dat niet alleen dit kabinet maar wel
degelijk ook het vorige kabinet altijd gedifferen
tieerd bouwde, waarvoor ik verwijs naar de woorden
die de heer Van Dam in het verleden heeft gespro
ken. Vervolgens is de heer Van Dam het met de heer
Brokx eens dat het draagvlak van de huuropbreng
sten volstrekt niet in verhouding staat tot de
bouwkosten, wat ook geldt voor de goedkopere wo
ningen en voor de aangepaste woningen die wij te
zijner tijd wellicht zullen gaan bouwen. Wij moe
ten ons heel goed realiseren dat wij aan deze si
tuatie vanuit deze raad en als fractie zeer weinig
kunnen doen. Ik wil er nogmaals op wijzen dat ook
door de P.v.d.A. altijd een gedifferentieerd wo
ningbouwbeleid werd voorgestaan, teneinde een be
tere kwaliteit te bereiken. Dat de woningmarkt mo
menteel stagneert is heel duidelijk het gevolg van
het verloop van de kosten; dat is het punt waarom
het mij gaat. De heer Van de Steenoven moet mij nu
niet in de schoenen schuiven dat ik hem ervan zou
willen beschuldigen dat hij het woningbouwbeleid
niet goed taxeert. Er is echter wel degelijk een
structureel effect aan de orde, dat de P.v.d.A.
nog steeds niet wil onderkennen. Dat is het punt.
De heer VAN DE STEENOVEN: Aan de differentia
tie die in het verleden met name door de V.V.D. is
gestimuleerd blijkt gewoon geen behoefte te be
staan, waarbij vermoedelijk de economische situa
tie wel een belangrijke rol zal spelen. Die diffe
rentiatie sloot echter óók niet aan bij de echte
Bredase woningbehoefte, wat nu aan het licht komt.
Het rijk of wie dan ook kan nu wel een ander be
leid willen voeren, maar mijns inziens dienen ge
woon op tijd de bakens te worden verzet. Inderdaad
heeft in het verleden ook de Partij van de Arbeid