1 DECEMBER 1980
1938
meegewerkt aan een beleid waarbij de sociale wo
ningbouw geleidelijk aan werd teruggebracht, maar
zij heeft ook in een vroegtijdig stadium, al zo'n
vier jaar geleden, gesteld dat wij op de verkeerde
weg zijn. Dat inzicht komt op rijksniveau bij
C.D.A. en V.V.D. slechts heel langzaam tot stand.
De Partij van de Arbeid heeft voor wat dit punt
betreft al veel eerder gezien dat het anders moest
Ik heb de indruk dat het nu ook in Breda beter
gaat; vandaar ook mijn redelijk positieve geluid
bij dit bestemmingsplan. Ik wil de discussie over
dit onderwerp nu echter afsluiten. Wij zullen
hierop nog wel eens terugkomen, onder andere bij
de behandeling van de nota volkshuisvesting. Ik
hoop dat de V.V.D. in die discussie duidelijk en
eerlijk zal aangeven wat zij vindt en dat zij het
ook eens zal toegeven als zij ernaast zit.
Ik wil verder nog iets zeggen in verband met
onze motie over de inspraak. Het verhaal waarmee
wethouder Van Dun die motie afwees vond ik erg ma
ger. Er werden wat nieuwe termen aangesleept, on
der andere de Werkgroep Kokon, maar die zegt mij
niets. In de motie noemen wij bij wijze van voor
beeld de Werkgroep 2000 en eigenlijk is dat het
enige uit de motie waarop de wethouder is ingegaan
door te zeggen dat er een andere werkgroep in de
arm zal worden genomen. Voor mij behoeft dat niet
onmiddellijk te betekenen dat onze motie niet kan
worden uitgevoerd. Ik zal dan ook graag horen
waarom datgene waarom wij vragen in het laatste
gedeelte van de motie, achter de drie gedachten-
streepjes, niet mogelijk zou zijn. Zo lang dat
niet duidelijk is geworden, zie ik niet in waarom
ik mijn motie zou intrekken. Misschien kan de wet
houder in tweede termijn daarop een wat nadere
toelichting geven.
De VOORZITTER: Ik stel vast dat u de motie
inzake de woningdifferentiatie hebt ingetrokken,
zodat er nog één motie is overgebleven.