1 DECEMBER 1980 1944 ruime bevoegdheden weten te ontfutselen aan de ge meenteraad. Sommige bepalingen in de voorschriften over bebouwing, m -inhoud van woningen, de grootte van kantoren en bedrijfsgebouwen en over de breed te van wegen, fiets- en voetpaden lijken strikt geredigeerdmaar daarnaast wemelt het van de ont heffingsmogelijkheden voor b. en w. op basis van uitermate vgag geformuleerde criteria. De inbreng van de bevolking, hetzij via inspraak hetzij via een bezwaar- of beroepschriftenprocedure, is mi nimaal Ik wil vervolgens ons materiële bezwaar nader toelichten. Wij hebben met de STAR bezwaar tegen de wijze waarop de woningbouw en de overige bebou wing worden ingepast in het landschap, terwijl wij ook bezwaren hebben tegen de verkeersafwikkeling, ondanks de rëtouches die te voren zijn aangebracht toen wij over het plan rond de Moskesweg en omge ving spraken. Dit neemt evenwel niet weg dat wij gechar meerd zijn van de woningdifferentiatie die thans wordt voorgesteld. Wij vinden het echter tekenend voor dit college dat om praktische redenen voor deze woningdifferentiatie is gekozen en niet om principiële redenen. Mevrouw DEN OUDEN-JANSENEr zal in de eerst komende maanden in deze raad nog wel heel wat wor den gezegd over inspraak en woningdifferentiatie, reden waarom ik daar nu verder niet op inga. Wel wil ik nog meedelen dat wij de motie over de in spraak overbodig vinden, nu de wethouder de toe zegging heeft gedaan dat er met een inspraakproce dure zal worden gestart. De heer OOMEN: Als lid van de commissie alge mene zaken, waarin geregeld over de inspraak in het algemeen wordt gepraat, wil ik nog iets zeggen over de motie die wij hebben ingediend. Wij zijn eigenlijk van mening dat op alle terreinen van het gemeentelijk apparaat de vuistregels die door deze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1944