1945
1 DECEMBER 1980
raad zijn vastgesteld moeten worden toegepast. Nu
er een zaak aan snee is waarbij wij heel concreet
met een inspraakexperiment kunnen starten, menen
wij dat het indienen van onze motie tot gevolg
kan hebben dat een heel duidelijke, concrete stap
in die richting kan worden gezet. Wij stellen dan
ook dat wij met een inspraakinstrument willen
starten. Bij dit experiment wij spreken dus na
drukkelijk van een experiment willen wij duide
lijke zeggenschap voor de bewoners inbouwen. In
dien het experiment slaagt willen wij deze zelfde
methode voor de andere deelplannen toepassen. Ik
wilde graag deze nadere verduidelijking van de mo
tie geven als reactie op de andere interpretatie
die de heer Ten Wolde eraan gaf.
Wethouder VAN DUN: De discussie beluisterend
die, ondanks de afgesproken spreektijdbeperking
ik kan het niet nalaten dat te zeggen door
de raad is gevoerd, spijt het mij dat ik in eerste
instantie niet ruimer het woord heb genomen. Ik
had dan ook een bijdrage kunnen leveren, wellicht
ten algemenen nutte óf juist ter vergroting van
de spraakverwarring.
Ik meen dat de discussie met name een twee
tal zaken betreft, die eigenlijk zijn geïnitieerd
door de moties van de Partij van de Arbeid. Op dit
moment is aan de orde het bestemmingsplan Resteren
en in dat bestemmingsplan zit een bepaalde woning
differentiatie, In de motie van de Partij van de
Arbeid wordt als het ware aangegeven dat men in
dit bestemmingsplan vanuit zijn optiek een aantal
plezierige zaken terugvindt, maar dat men zich
tevens afvraagt of er moeilijkheden zullen ont
staan ten aanzien van hetgeen nd Resteren zal wor
den ontwikkeld. Men vreest dat het college na Res
teren compenserend te werk zal gaan en dat de af
wijkende sturing in de richting van meer gesubsi
dieerde bouw straks door meer vrije sector-bouw
zal worden gecompenseerd. Ik wil nogmaals een po
ging doen om dat misverstand uit de wereld te