1947 1 DECEMBER 1980 behoorlijk aantal pagina's onderbouwing kan vin den van onze redenering en onze filosofie, op ba sis waarvan wij met dat bouwprogramma komen. Ik zou het erg jammer vinden als wij nu zouden gaan discussiëren over de vraag of de woningbouwvisie van de Partij van de Arbeid of die van de V.V.D. failliet is, want dat is volstrekt oninteressant. Het gaat alleen om de vraag wie in het faillisse ment, zo daarvan althans sprake is, de curator is. Daarop kan worden geantwoord dat wij dat zijn. Wij zullen de Haagse Beemden moeten gaan bouwen, reke ning houdend met de Bredase behoefte en voorts vanuit realiteitszin, zoals ik in eerste instantie al heb gezegd. De heer VAN DE STEENOVEN: De heer Van Dun zegt dat het plan voor Resteren in hoofdzaak is gebaseerd op het structuurplan, maar in het struc tuurplan wordt gesproken over 30% vrije sector^ bouw, terwijl in dit plan 15% vrije sector-bouw is aangegeven. In het structuurplan wordt uitge gaan van 25% premiekoop-B, maar in het plan voor Resteren is dat percentage teruggebracht naar 10. Ik vraag me af of je dat geen veranderingen kunt noemen. Wethouder VAN DUN; Ik wil daarop reageren met te wijzen op de redenering op grond waarvan de heer Van de Steenoven in het verleden altijd tegen bestemmingsplannen in de Haagse Beemden heeft gestemd. Hij stemde daar tegen omdat in die plannen vrije sector-bouw was opgenomen. Ik moet u zeggen dat het, los van hetgeen ik u heb meege deeld over de toekomst na Resteren, over het feit dat niet wordt gecompenseerd en over de nota volkshuisvesting, voor mij altijd volslagen onver toonbaar is geweest dat de Partij van de Arbeid niet het lef had te kijken naar de totaal^ontwik- keling van de Haagse Beemden, maar partieel, per deelplan, ging bekijken of het optelsommetje al dan niet klopte met haar politieke ideologie. Ik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1947