1951
1 DECEMBER 1980
woningmarkt ooit weer zal zijn zoals zij was op
het moment toen wij met de raad de differentiatie
voor de Haagse Beemden bepaalden. Dat is een vraag
die zelfs de grootste geleerden in Nederland niet
zullen kunnen beantwoorden. Vanwege het feit dat
wij op die vraag moeilijk een antwoord kunnen ge
ven, zullen wij bij tijd en wijle worden geroepen
tot het nemen van heel indringende besluiten, tot
het doorhakken van knopen, opdat wij niet in onwe
tendheid zaken laten verinteresten, bestemmings
plannen onuitgenut laten en met een kapitaalschade
worden geconfronteerd die we als nog veel erger
zullen ervaren dan het geheel. Ik wil nu geen dis
cussie over de overigens belangrijke vraagstelling
van de heer Ten Wolde aangaan, misschien met name
omdat ik het antwoord niet weet.
De heer VAN DE STEENOVEN: Ik vind dat de wet
houder zichzelf tegenspreekt. Hij zegt dat de con
crete woningmarktsituatie niet de hoofdreden voor
deze differentiatie is, maar dat die differentia
tie voortvloeit uit de in het verleden genomen be
sluiten. In het preadvies ten aanzien van het plan
Resteren staat echter letterlijk: "Daarom heeft
ons college nu voor dit plan uit praktische over
wegingen gekozen voor een differentiatie die con
creet inspeelt op de huidige situatie op de wo
ningmarkt. Ik vraag mij af wat ik moet geloven,
wat u zegt óf wat u schrijft.
Wethouder VAN DUN: Ik wil die vraag eigenlijk
niet beantwoorden, want de Partij van de Arbeid
heeft al gesuggereerd dat zij op basis van die
motivering met het preadvies akkoord gaat, zodat
ik daaraan niet meer wil wrikken»
De heer VAN DE STEENOVEN: Ik meen dat u toch
geen tegenstrijdige dingen moet zeggen om de heer
Ten Wolde ter wille te zijn.
Wethouder VAN DUN: Ik hoop dat de heer Van de