1 DECEMBER 1980
1952
Steenoven de notulen van deze vergadering even
zorgvuldig zal lezen als de notulen waarover hij
zojuist, bij de goedkeuring daarvan, opmerkingen
maakte. Ik heb gezegd dat de woningdifferentiatie
in dit bestemmingsplan niet in die mate door de
inzakkende woningmarkt is beïnvloed als op dit mo
ment het geval zou zijn geweest. Er waren al signa
len van de inzakkende woningmarkt toen de differen
tiatie werd bepaald, maar ik heb al gezegd, óók in
de commissie, dat die differentiatie mede is be
paald op basis van concrete, vertaalbare gegevens
over doelgroepen waarvoor wij moeten bouwen. Vroe
ger brachten wij de woningen voor die groepen ge
makshalve onder de noemer sociale woningbouw, maar
thans kunnen wij een meer gekwantificeerd program
ma voor de één- en tweepersoonshuishoudens op ta
fel leggen, benevens een duidelijk gekwantificeerd
programma voor bejaardenhuisvesting, waarvoor ik
verwijs naar de derde nota bejaardenhuisvesting.
Dit geldt ook, hoewel we op dat punt enigermate
miskleunenvoor het bouwen van aangepaste wonin
gen voor minder validen. De heer Ten Wolde sugge
reert dat in verband met de inzakkende woningmarkt
voor deze differentiatie is gekozen, maar dat kan
niet zo absoluut worden gesteld.
Ik hoop dat de heer De Brouwer er geen ge
woonte van zal maken om pas in tweede instantie de
zwaarwegende argumenten van zijn fractie op tafel
te leggen, want dat maakt het wat moeilijk er
diepgaand op in te gaan. Ik kan ook niet ingaan op
bijvoorbeeld zijn mededeling dat hij inhoudelijke
bezwaren heeft tegen de verkeersafwikkeling, daar
hij daarbij niet aangeeft hoe die volgens hem had
moeten zijn.
Over de formele kant van de zaak zullen wij
waarschijnlijk tot in lengte van dagen met de heer
De Brouwer van mening blijven verschillen.
Mevrouw Den Ouden heeft opgemerkt dat haars
inziens de motie van de Partij van de Arbeid inza
ke de inspraak overbodig is. Voor alle duidelijk
heid wil ik nogmaals zeggen dat het college de