1953
1 DECEMBER 1980
motie over de woningdifferentiatie overbodig vond,
welke motie inmiddels is ingetrokken. Ten aanzien
van de motie inzake inspraak en zeggenschap stel
len vijf leden van het college dat zij aanvaarding
daarvan ontraden.
De heer Oomen heeft mij geen nieuwe dingen
doen weten. Overigens is zijn interventie, zo hij
die staande houdt, lood om oud ijzer. Hij heeft
namelijk gezegd dat wij moeten proberen te starten
met een experiment met inspraak in de Haagse Beem
den. Ik wijs hem erop dat ook wij met een derge
lijk experiment willen beginnen.
De heer TEN WOLDE: De wethouder heeft nog één
belangrijk punt laten liggen, namelijk de vraag of
wij de extra subsidie voor het grotere percentage
sociale woningbouw binnen dezelfde termijn kunnen
los krijgen bij de rijksoverheid als die waarbin
nen wij de subsidie voor een lager percentage had
den ontvangen.
Wethouder VAN DUN: Ik meen dat noch de rijks
overheid noch de lokale overheid op die vraag kan
antwoorden. Voor wat betreft het woningbouwpro
gramma zoals dat nu in het plan Resteren is opge
nomen ben ik gegarandeerd zeker van de rijkssteun
ter zake van de gesubsidieerde bouw.
De VOORZITTER: Thans zal in de eerste plaats
worden gestemd over de motie van de Partij van de
Arbeid inzake de inspraak en daarna verzoek ik u
uw oordeel te geven over het voorstel van b. en w.
Hierna wordt de motie van de heer Van de
Steenoven c.s. in stemming gebracht en met 20 te
gen 13 stemmen verworpen.
TEGEN stemmen: de heren Peeters, Veelenturf,
Eissens en Van Duijl, mevrouw Den Ouden-Jansen
de heren Kammeraat, Ten Wolde, Suurmeijer, Taks,
Van Asseldonk, Gielen, Van den Broek, Van Dun.