1 DECEMBER 1980
1960
VOOR DE SCHOOLADVIES- EN BEGELEIDINGSDIENST.
(B)
Mevrouw SAELMAN-BOELENIk wil u meedelen dat
onze fractie het niet eens is met de verdeling van
functies in de verschillende bestuurscommissies
over de diverse fracties. Het C.D.A. en de Partij
van de Arbeid zouden niet meer precies weten hoe
indertijd die verdeling tot stand is gekomen. Wij
vinden het heel begrijpelijk dat de gegevens daar
over verloren zijn gegaan, maar wij hebben er ook
op aangedrongen dat deze kwestie eens nader zou
worden bekeken. Dat is echter niet gebeurd en wij
moeten vaststellen dat dat geen goede zaak is.
Veel erger vinden wij het echter dat hier
sprake is van een bestuurlijk monstrum. Een be
stuurscommissie bestuurt namens de wethouder; de
taak van de wethouder is voor een deel aan die
commissie gedelegeerd. Als nu de wethouder in die
commissie wordt benoemd, levert dat onzes inziens
een bestuurlijk wangedrocht op. Ik zal graag horen
hoe u daarover denkt.
De VOORZITTER: Het gaat hierbij om het gevolg
geven aan artikel 3 lid 1 onder a van de verorde
ning die door de raad is vastgesteld. Het is de
bedoeling dat één lid van de raad in de bestuurs
commissie wordt benoemd. Voor die functie komen
dus 39 mannen en vrouwen in aanmerking.
Mevrouw SAELMAN-BOELEN: Wat is dan de taak
van de bestuurscommissie? Aan deze commissie zijn
toch bevoegdheden van de wethouder gedelegeerd en
welke taak blijft er nog voor die commissie over
als de wethouder er zelf in gaat zitten? Het is
dan mijns inziens zonde dat die bestuurscommissie
is ingesteld.
De heer EISSENS; Omdat het om een C.D.A.-lid
gaat is het misschien goed dat ik hierop even rea
geer. Ik weet niet of mevrouw Saelman het advies