1 DECEMBER 1980 1962 Mevrouw ELIE-VAN ES: De nota "Spelen in de woonomgeving" spreekt onze fractie erg aan. Wij neoben hiervoor vier algemene redenen en drie spe ciale redenen, gericht op het spelen. Eerst wil ik de vier algemene redenen noemen. Het is na de nota "Peuterspeelzalen" en de nota "Sportieve Recreatie" de derde nota in deze sector, waarin een zeer concrete beleidslijn naar zogenaamde achterstandsbuurten wordt aangegeven. Waar de beide eerdere nota's al in praktijk worden gebracht hebben wij er vertrouwen indat ook deze nota geen serie papieren voornemens zal blijven. Daarnaast zijn wij positief over het tempo, waarin in deze sector stap voor stap een samenhan gend beleid wordt geformuleerd. Reeds in de nota "Sportieve Recreatie" wordt een verbinding gelegd tussen spelen enerzijds en georganiseerde sport anderzijds. Eén vraag onzerzijds: streeft de wet houder naar een sterkere samenhang tussen de drie aparte winkeltjes, te weten jeugd, sport en recre atie, die zijn dienst nu omvat? Een derde algemeen positief punt is, dat via deze nota wordt aangegeven dat vanuit de sector jeugd en sport wordt gestreefd naar een sterker samenwerkingsverband tussen verschillende gemeen telijke diensten. Hierbij noem ik onder andere be plantingen, civiel-techniek en jeugd en sport. Een laatste positief punt is dat inspraak van bewoners een zo belangrijke rol speelt. Dan nog een algemene vraag. Hoe denkt de wet houder over een verdere integratie van gemeente lijke activiteiten op buurt- en wijkniveau? Voorts de meer specifieke punten ten aanzien van het spelen, In de nota waarderen wij positief de aanpak van de gehele woonomgeving in buurten waar dat het hardst nodig is. Het experiment Tal- mastraat is zeer belangrijk. Hoe is daar de stand van zaken en kan de methodiek in andere buurten ook op deze wijze worden toegepast? Het stimuleren van zelfwerkzaamheid in overi ge buurten, waar de speelsituatie verbeterd moet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1962