1969
1 DECEMBER 1980
nota en er kunnen, zoals mevrouw Elie heeft gezegd,
andere plannen aan de orde komen die bij toepas
sing van de criteria in feite in het kader van de
ze nota zullen blijken thuis te horen. Ik vind het
jammer dat ruimte daarvoor niet aanwezig is. Mijns
inziens dient ook in het kader van de aanpak van
stadsvernieuwingsgebieden en in het kader van
daarop betrekking hebbende financiële regelingen
in overleg met de dienst openbare werken ge
deeltelijk is dat ook al gebeurd te worden be
zien welke voorzieningen op dit terrein daarbij
kunnen worden meegenomen, waarbij ik met name denk
aan vragen vanuit de wijk Tuinzicht, welke wijk
zeker niet overbedeeld is met speelgelegenheden
Voorts zal naar mijn mening aandacht aan de
leeftijdsopbouw in de verschillende wijken moeten
worden besteed. Een aantal wijken in Breda is
sterk aan het vergrijzen, maar op een gegeven mo
ment doet zich een ontwikkeling voor waarbij zich
in dergelijke wijken toch weer jonge mensen gaan
vestigen, waardoor plotseling de behoefte aan
speelgelegenheden in die wijken ontstaat.
Wij zouden deze nota de heer Van Asseldonk
heeft hierop gewezen kunnen vaststellen, maar
als daartoe wordt overgegaan dan zullen wij daar
mee een aantal mogelijke ontwikkelingen behoorlijk
blokkeren en overigens is het ook een feit dat het
hierbij gaat om gelden, die in het kader van de
begroting nog beschikbaar moeten worden gesteld.
Het zijn meerjarenafspraken die hieraan ten grond
slag liggen. Mijn vraag is of wij als raad wel met
deze nota akkoord kunnen gaan. In eerste instantie
is dat natuurlijk een vraag die je zelf zult moe
ten beantwoorden, maar als wij daarmee loop ik
misschien ook op de begrotingsbehandeling vooruit
in aanmerking nemen hoe de financiële middelen
over de verschillende portefeuilles zijn verdeeld
dan moeten wij constateren, dat verschillende por
tefeuilles bij de verdeling niet zo erg aan de
bak zijn gekomen. Los daarvan ben ik van mening,
dat wij door het akkoord gaan met deze nota ook