1971 1 DECEMBER 1980 dat in de wijk Tuinzicht aan speelvoorzieningen een duidelijke behoefte bestaat en geconstateerd kan worden, dat de in deze nota aangelegde crite ria ten aanzien van de voor Tuinzicht voorgestelde speelvoorzieningen volledig opgaan. Ik kan het mij voorstellen als u zegt, dat een en ander er nu eenmaal ligt en dat niet steeds kan worden bijge steld. Ten eerste ben ik van mening dat wel bij stelling dient plaats te vinden al men iets blijkt te zijn vergeten, maar ten tweede wijs ik erop dat de genoemde werkgroep, zij het onder een andere naam, al enkele jaren geleden met het aankaarten van iets dergelijks is begonnen. Men is toen over verkeersvoorzieningen begonnen en door de gemeen te wat aan het schrikken gemaakt, de mensen waren wat onervaren en niet volledig op de hoogte van de wegen waarlangs zij de gemeente dienden te berei ken. Zij zijn er toen mee opgehouden, maar mijns inziens dient er nu toch rekening mee te worden gehouden dat men vanuit de wijk al eerder heeft geprobeerd wat dit betreft in beeld te komen. Voorts zou ik nog willen opmerken het mij te kunnen voorstellen, als fracties zich op het stand punt stellen dat de prioriteiten nu eenmaal vast liggen en dat wij het nu maar zo moeten laten. Ik ben echter van mening dat wijwanneer een verzoek ten aanzien van een concrete behoefte naar voren komt, zullen moeten afwegen welke prioriteit aan een dergelijk verzoek dient te worden gegeven en dit dan afgemeten dit is overigens slechts een suggestie onzerzijds naar bijvoorbeeld het aan tal kinderen, naar het toe- danwel afnemen daar van. In het geval waarvoor de werkgroep St, Anneke zich inzet is het kindertal nog groeiend, terwijl ik mij zou kunnen voorstellen dat voor sommige de len van de stad speelvoorzieningen zijn gepland met betrekking tot welke stadsdelen moet worden geconstateerd dat het kindertal wat afneemt. Mis schien zoudt u ook in dit opzicht een prioritei tenstelling kunnen invoeren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1971