1 DECEMBER 1980
1972
De VOORZITTER: De vergadering wordt geschorst.
SCHORSING
De VOORZITTER: De vergadering is heropend.
Het is de bedoeling van het college nu eerst het
aan de orde zijnde agendapunt af te handelen en
daarna voorrang te geven aan de agendapunten inza
ke het Boeimeer en Wagemakersals ik het zo mag
aanduiden.
Wethouder WELSCHEN: Ik zal niet op alle vra
gen en opmerkingen afzonderlijk ingaan, maar zal
cluster-gewijze proberen zodanig te antwoorden dat
de meeste sprekers daarin een antwoord op de door
hen gestelde vragen zullen kunnen vinden.
Gesteld is dat deze nota weliswaar goed is,
maar dat er een filosofie aan ontbreekt. Daarmee
ben ik het volstrekt eens. In 1976 is in de raad
een nota over spelen aangenomen waarin wel een fi
losofie werd aangegeven, maar die nota is nooit
in praktijk gebracht. Van 1978 proberen wij aan
het in dezen te voeren beleid vorm te geven, het
daartoe ontwikkelen van een methodiek duurde een
tijdje, maar de inmiddels ontwikkelde methodiek is
in deze nota aangedragen. Intussen is de hele fi
losofie rond het spelen niet slechts landelijk,
maar ook internationaal, aan wijzigingen onderhe
vig geweest. Dat bijt de nu voor ons liggende nota
naar mijn mening niet, maar er is wel sprake van
een ontwikkeling die wij zeer precies zullen blij
ven volgen. Gelukkig komt zo langzamerhand een
veel beter beeld naar voren van hetgeen kinderen
in de verschillende leeftijdscategorieën in hun
woonomgeving en daarbuiten nodig hebben. Ik geloof
dat wij deze nota moeten zien als een methodische
nota waarin wordt aangegeven op welke manier de
gemeente op dit moment aan de gang wil gaan ten
aanzien van het voorzien in de behoefte aan speel-
gelegenhedenHet gaat daarbij om wat minder be
langrijke onderdelen als ik het zo mag noemen