1 DECEMBER 1980 1976 Af en toe treden nog wel fricties op, maar het is in ieder geval de bedoeling in overleg met de be woners op goede en efficiënte wijze tot resulta ten te komen. Voorts vraagt de heer Van Asseldonk zich af of met deze nota niet te hoog wordt gegrepen. Vooralsnog zijn wij van oordeel dat dat niet het geval is, wij menen de aangegeven projecten ook in andere steden blijkt het mogelijk te zijn op de voorgestelde manier te kunnen afwerken. De heer Garritsen heeft de nota goed maar weinig flexibel genoemd. Daarin heeft hij in zeke re zin gelijk, maar ik sta pal voor verbetering van de nu in de nota genoemde buurten en het col lege heeft deze prioriteitstelling ook overgenomen. In de aangegeven buurten dient naar het gevoelen van iedereen volgend op de verbetering van de wo ningen ook een verbetering van de woonomgeving plaats te vinden. Dat is in dezen een logische verdere stap. Met de leeftijdsopbouw, waarover door de heer Garritsen is gesproken, wordt rekening gehouden, maar het is niet enige harde gegeven waarvan wordt uitgegaan. Zeker wanneer wij integraal aan verbe tering van de woonomgeving werken speelt het be lang van de ouderen evenzeer als het belang van de kinderen mee, wat niet wegneemt dat wij proberen aan het laatste een extra accent te geven. Mevrouw Saelman heeft een aantal vragen ge steld en opmerkingen gemaakt die in het voorgaande in feite al zijn beantwoord omdat zij eveneens door anderen naar voren zijn gebracht. Op één vraag van mevrouw Saelman wil ik nog wat nader in gaan, een vraag die ook door anderen is gesteld, namelijk de vraag waarom de raad met deze nota ak koord zou moeten gaan, of niet een wat afstande lijker besluitvorming mogelijk is in de zin van "voor kennisgeving aannemen en verdere voorstellen afwachten". Ik zou hierop het volgende willen be antwoorden. Het voorgestelde besluit bestaat uit drie onderdelen en het laatste punt geeft aan, dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1976