1 DECEMBER 1980
1982
zaken worden gesproken.
Het is ons bekend dat het college met het oog
op conflicten met de woonomgeving reeds geruime
tijd bezig is met onderhandelingen met Wagemakers
Lakfabrieken over een mogelijke verplaatsing. In
het voorstel wordt vermeld dat de fabriek op de
lijst van te verplaatsen bedrijven zou staan. Het
is natuurlijk aardig als de dienst over een derge
lijke lijst beschikt, maar de lijst is de raad
niet bekend en dit betekent dat door de raad over
de plaatsing van het bedrijf op deze lijst ook
geen inhoudelijk besluit is genomen. Een raadsbe
sluit in dezen zou sterk afhangen van de vraag in
hoeverre milieu-aspecten, aspecten welke de hoofd
oorzaak van de problemen vormen, door het betrok
ken bedrijf worden overtreden. Als de milieuwetge
ving niet wordt overtreden dan is het naar het
oordeel van mijn fractie volstrekt onjuist in de
zen met een ruimtelijke-ordeningsprocedure te be
ginnen. Bewijzen die ten aanzien van de inhoude
lijke benadering van de milieu-aspecten ter tafel
zouden moeten komen kunnen niet via de ruimtelijke-
ordeningsprocedure worden verkregen, als de milieu
wetgeving in dit opzicht tekort schiet zal er in
dat kader iets moeten gebeuren. Bij ordentelijk
bestuur dient ter verzekering van de rechtszeker
heid tussen het een en het ander een scheiding te
worden gemaakt, juist het rechtszekerheidsaspect
zou ik in de huidige economische situatie niet
willen veronachtzamen. De heer Welschen heeft zo
even gesproken over de reeks wonen, werken en wel
zijn, waarbij hij naar ik aanneem namens de
P.v.d.A. prioriteiten heeft aangegeven. De V.V.D.-
fractie wil in de huidige economische situatie
werken en wonen graag tegen elkaar afwegen. Bevor
dering van de werkgelegenheid is mijns inziens op
dit moment één van de hoofdprioriteiten in onze
samenleving; bij een economische opbloei kan het
wonen volgen.
In dezen legt onze fractie het accent op de
mogelijkheden die ten aanzien van geluidshinder en