1 DECEMBER 1980
1986
terwijl wij nauwelijks de achtergronden kennen. Nu
zou het mogelijk zijn dat in dit geval, als dit
besluit wordt genomen, via artikel 19 eventueel
toch nog de bevoegdheid daartoe geef je dan in
dit geval aan het college bepaalde uitbreidin
gen mogelijk zullen zijn.
Hierbij wil ik het op dit moment laten. Ik
wil echter nog eens benadrukken dat wij als raad
geïnformeerd dienen te worden omtrent hetgeen in
dezen speelt, terwijl ik ook graag wil vernemen in
hoeverre de kwestie van de Haagse Beemden, het pro
ces bij de Raad van State inzake schadeloosstel
lingen, hiermee te maken heeft.
De heer VAN DE STEENOVEN: Ik kan kort zijn,
want ik kan mij volledig bij de woorden van de
heer Garritsen aansluiten. De consequenties van
dit besluit worden naar mijn mening door de heer
Ten Wolde zwaar overschat. Als wij dit voorberei-
dingsbesluit nemen is er nog van alles mogelijk,
de gemeente zal alleen wat meer te zeggen hebben
en mede kunnen bepalen hoe het betreffende gebied
er straks zal gaan uitzien. Vanavond nemen wij
mijns inziens geen besluit dat consequenties zou
kunnen hebben voor de werkgelegenheid. Als Wagema-
kers een goed plan heeft dat aan de door de raad
te stellen milieu-eisen voldoet, dan is alles nog
mogelijk. Op dit moment wordt door ons niet geko
zen tussen werkgelegenheid of woonmilieu. Wel moet
ik zeggen dat wijals wij zouden moeten kiezen
tussen werkgelegenheid en een goed woonmilieu in
een woonwijk, een goed woonmilieu zonder gevaar
lijke toestanden, het veilige woonmilieu, zullen
laten prevaleren boven het aspect van de werkgele
genheid.
De heer TEN WOLDE: Deze opmerking zou weer
een verkeerde reactie kunnen opwekken. Ik wil na
drukkelijk stellen dat de milieuwetgeving de
hinderwet, de wet geluidshinder en dergelijke
de veiligheid in de woonomgeving moet garanderen.