1 DECEMBER 1980
1990
mijn stellige indruk namens het college en niet
namens een politieke partij. Het is namelijk dit
college dat bij het aanbieden van hetgeen de raad
als beleid van ons heeft te verwachten deze prio
riteitstelling in het groene boek heeft geëtaleerd.
Ik wil mij niet laten verleiden tot het ingaan op
de vraag wie nu prioriteit verdient: iemand die
werkt en geen dak boven zijn hoofd heeft of iemand
die wel een dak boven zijn hoofd heeft maar helaas
niet kan werken. Ook dat is uiteraard een moeilij
ke vraagstelling.
Laten wij teruggaan naar de zaak waar het om
gaat. Het gaat hier om misschien ik zeg met na
druk "misschien" een conflictsituatie tussen
een stuk werkgelegenheid als waarvan nu sprake is
op het Wagemakersterrein en het wonen van een
groot aantal Bredanaars daar omheen. Ik betreur
het dat de heer Ten Wolde in de richting van het
college -t- ik gun hem dat recht, maar nogmaals, ik
betreur het uitgepakt in terminologieën als
"onbehoorlijk bestuur", een "volstrekt onjuiste
wijze van handelen" en dergelijke. Ook naar buiten
toe wordt hiermee naar ik meen een beeld geëtaleerd
dat ons in dezen gans niet voor ogen staat en
daarom ben ik toch wel blij met de interventie van
de heer Van de Steenoven
Wat is er nu aan de hand? Ik zal een en ander
kort samenvatten, In deze woonomgeving is het be
drijf van Wagemakers gevestigd en het is eenieder
bekend, dat dit college en het vorig college in de
voorbije jaren met de vestiging van Wagemakers ter
plaatse enorm veel problemen hebben gehadproble
men die zich uitten in enorme bezwaren en contes
taties van de bewoners van de omgeving naar
mijn mening terecht, ik heb dit proces zelf mogen
begeleiden rv en anderzijds in een frequent con
tact met Wagemakers om te proberen zowel in het
kader van de milieuhinder als in het kader van de
verontreiniging van het oppervlaktewater tot het
treffen van maatregelen te komen. Het is de raad
en ook de heer Ten Wolde niet onbekend, dat