1 DECEMBER 1980 1996 allerlei kanttekeningen kunnen worden geplaatst en met betrekking waartoe ook allerlei argumenten kunnen worden aangedragen ter onderbouwing van on ze stelling dat dit niet is ik heb het niet in omgekeerde zin gezegd wat wij onder behoorlijk bestuur verstaan. Waar onzes inziens in dezen sprake is van een wat onzorgvuldige benadering dat meen ik te mo gen zeggen omdat de wethouder niet heeft aangege ven welke de problemen in het kader van de milieu wetgeving zijn dient naar mijn mening minstens de vraag op tafel te worden gelegd welke schade claims uit deze procedure zullen kunnen voort vloeien. Onze fractie heeft het standpunt ingeno men dat wij daarvoor op voorhand niet garant staan Het zal tenslotte duidelijk zijn dat de werk gelegenheid -- de heer Van de Steenoven heeft dit aspect er uitgelicht, hij is er altijd erg handig in opmerkingen van de V.V.D. te chargeren bij ons een hoge prioriteit heeft. Daarnaast staat voor ons als een paal boven water dat elk bedrijf aan de milieuwetgeving dient te voldoen, maar het lijkt ons ook duidelijk dat men het vestigingskli maat met dit soort manoeuvres ik zal mij voor zichtig uitdrukken ter discussie stelt. Het standpunt van onze fractie zal volstrekt duidelijk zijn. Ik betwijfel sterk of de wethouder er in zal slagen mij in tweede termijn nog te overtuigen De heer GARRITSEN: Ik heb een vraag gesteld over de relatie Hoechst/Wagemakerswaarover ik niets heb vernomen. Ik denk dat het een met het ander te maken kan hebben, maar ik weet dat niet zeker De wethouder heeft de opmerking gemaakt, dat het in een openbare vergadering verstrekken van verdere informatie wat problematisch is. Dat kan ik mij voorstellen en vandaar mijn vraag of er geen andere mogelijkheid is om de raad toch opti maal te informeren, opdat de raad tenminste weet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1996