1999
1 DECEMBER 1980
ik hoop de vraag goed te hebben begrepen na
melijk op welke punten Wagemakers niet aan de
milieuwetgeving voldoet, zou ik willen antwoorden
en dat opnieuw zonder Zwarte Pieten uit te de
len dat wij zoals eenieder bekend is al min
stens zes a zeven jaar bezig zijn met het zoeken
van oplossingen voor de hinder- en lozingsproble
men. Tot nu toe zijn wij er niet uitgekomen omdat
Wagemakers niet wil c.q. niet kan meewerken. Dit
is gewoon een feitelijk gegeven.
De heer DREEFWordt dit door de heer Ten
Wolde bevestigd?
De heer TEN WOLDE: Het laatste kan en mag ik
niet bevestigen en wat de lange procedure betreft
is het mijns inziens triest dat het college dit
nu pas in de richting van de raad dirigeert.
Wethouder VAN DUN; Het gaat niet om procedu
res, maar om het afwegen van de belangen van het
bedrijf, de werkgelegenheid en de hinder voor de
omgeving. Zoals het een goed college betaamt heb
ben wij jarenlang met Wagemakers gesproken over
alternatieve oplossingen, waarin Wagemakers niet
kon of wilde investeren. Voorts is inderdaad ge
sproken over invulling van het terrein, over een
eventuele gezamenlijke gang naar Economische Zaken,
over alternatieve terreinen en over investeringen
op het huidige terrein. Deze problemen zijn zeven
jaar lang niet oplosbaar gebleken en dat zijn ze
nog steeds niet.
De heer TEN WOLDE: Ik wil toch wel benadruk
ken dat Wagemakers door de bouw van een poederlak
fabriek ten opzichte van het bestaande bedrijf
sanerend werkt, sanerend in milieutechnisch op
zicht. Dat zal ook de wethouder bevestigen.
Wethouder VAN DUN: Zoals de heer Ten Wolde
kennelijk bereid is mij op mijn woord te geloven