2001 1 DECEMBER 1980 Wij zullen de raad op de hoogte stellen als wij hierin niet slagen, want dan zullen wij de raad een ander bestemmingsplan voorleggen dan ons nu voor ogen staat. Nog een enkele opmerking in de richting van de heer Garritsen. Het lijkt mij op dit moment niet juist een aantal vragen te beantwoorden, maar ik ben best bereid verschillende door de heer Gar ritsen gestelde vragen, voor zover dat mijn compe tentie is, in een besloten vergadering van de com missie ruimtelijke ordening of de commissie open bare werken te bespreken. Op voorhand kan ik zeg gen, dat collega's daartoe eveneens bereid zijn. Op de vraag of de correspondentie met Wagema- kers ter inzage kan worden gelegd kan ik antwoor den, dat wij daarover contact met de verzender zullen opnemen. Als daartegen van de zijde van Wa- gemakers geen bezwaar bestaat kan de corresponden tie wat ons betreft ter inzage worden gelegd. De heer DREEF: Ik heb de heer Van Dun niet goed begrepen. De heer Van de Steenoven heeft ge vraagd de brief van de firma Wagemakers in de com missie economische zaken bespreekbaar te maken. Dit lijkt mij van belang omdat ik bij het voorle zen van die brief iets heb geproefd van het sane ren ten koste van arbeidsplaatsen. De eventuele gevolgen ten aanzien van de werkgelegenheid zullen wij mijns inziens in de commissie moeten kunnen toetsen. Wethouder VAN DUN: Daarover moet de heer Sand- berg zich als voorzitter van de commissie uitspre ken, maar ter voorkoming van misverstanden wil ik er wel op wijzen niet te hebben gezegd dat men ten koste van arbeidsplaatsen zal gaan saneren. In de brief waarvan ik de raad aan het begin van deze discussie in kennis heb gesteld verzoekt Wagema kers de raad hetgeen in het schrijven is aange voerd bij zijn beschouwingen en beslissingen van vanavond te betrekkenmet name in verband met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2001