1 DECEMBER 1980 2006 voteren. Wij stellen dat de aanwezigheid van een prachtig stuk groen voor de mensen die in de omge ving ervan wonen en daarvan regelmatig gebruik ma ken een stuk welzijn betekent, dat niet in geld is uit te drukken. Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Ik zal het kort houden, niet omdat wij de bezwaren van de be woners niet serieus nemen, maar omdat buiten deze raadsvergadering al veel over deze kwestie is ge sproken. In de commissie ruimtelijke ordening heb ben wij de bezwaarden gehoord en ook onze fractie heeft met een aantal bewoners een gesprek gehad. Het kernpunt waarom het in dezen gaat is de mening van de bewoners, dat zij met hun verzoek tot wij ziging van de bestemming in "groen" met de Charles de Foucauld-groep in competitie zijn gebracht. Wij zijn het echter eens met hetgeen de wethouder in de septembervergadering, waarin dit punt aan de orde was, heeft gezegd. Wij zijn ook altijd van mening geweest dat bebouwing van dit stuk grond zou moeten plaatsvinden, een stellingname onzer zijds waarvan de bewoners altijd op de hoogte zijn geweest. De argumenten hiervoor wil ik best nog eens opnoemen, maar ook die argumenten zijn de be woners bekend. Wij vrezen dat van wijziging van de bestemming in "groen" een precedentwerking zou uitgaan, wij zijn van oordeel dat in de omgeving voldoende groen overblijft wanneer de huidige be stemming zal zijn ingevuld en bovendien moeten wij bedenken, dat bouwgrond een zeer schaars artikel is. Diverse malen is ook in de commissie en met name door mevrouw Saelman gezegd, dat in de proce dure fouten zijn gemaakt. Dat is juist en het wordt dan ook door ons onderschreven, maar wij heb ben er geen behoefte aan de zaak nu terug te draai en omdat de uitkomst wat ons betreft toch dezelfde zou zijn. Wij kunnen dus meegaan met uw voorstel. Mevrouw DEN OUDEN-JANSEN: Ook wij kunnen ons de tegen dit preadvies bestaande bezwaren op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2006