2007 1 DECEMBER 1980 zichzelf bijzonder goed voorstellen. Was dit ech ter maar het enige stukje groen in de stad waarop sinds jaren een bestemming ligt die nog niet ver wezenlijkt is. In de stad zijn veel meer van dit soort terreintjes aanwezig. Hoe goed wij ons ook de gevoelens van de bewoners van Cimburgalaan en Boeimeerlaan kunnen voorstellen, toch menen wij aan het verzoek om handhaving van dit stukje groen niet te kunnen voldoen. Zouden wij aan deze wens tegemoet komen, dan zou dit precedenten scheppen. Bovendien zouden wij de rechtszekerheid aantasten van die betrokkenen, die voor het vervullen van hun behoeften aan het bestemmingsplan rechten kun nen ontlenen. De heer TEN WOLDE: Ik vind het een frappunt verschijnsel, dat mevrouw Saelman over dit onder werp vijf minuten spreekt en de kwestie Wagema- kers-Hoechst zonder meer laat passeren. Dat geeft te denken.' Mevrouw SAELMAN-BOELEN: Ik mag toch wel een mening hebben en het niet met u eens te zijn.' Wat moet ik zeggen als ik het met een preadvies eens ben? Moet ik daarop dan alleen ingaan omdat u vindt dat ik er iets over moet zeggen? De heer TEN WOLDE: Ik gaf ook even mijn me ning.' De VOORZITTER: U had dit zoëven ook al gezegd, mijnheer Ten Wolde. De heer TEN WOLDE: Dat ben ik met u eens. Het is de derde of vierde keer dat wij öf in een raadsvergadering öf in een commissievergadering met deze problematiek te maken krijgen. Mevrouw Saelman voerde zoëven als argument aan, dat dit het laatste stuk groen in deze omgeving is. In ja nuari zullen wij naar ik meen 96 bestemmingsplan netjes voor de binnenstad te behandelen krijgen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2007