1 DECEMBER 1980 2018 aanvaarden Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 16. Bijlage nr. 384. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VASTSTELLING VAN DE TIENDE WIJZIGING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING STADSGEWEST BREDA IN VERBAND MET DE OVERDRACHT VAN HET UITZEND BUREAU STADSGEWEST BREDA AAN DE STICHTING AR BEIDSVOORZIENING. (W) Mevrouw SAELMAN-BOELENIn een brief van het stadsgewest heb ik gelezen, dat het uitzendbureau voortreffelijk werkte en dat zelfs kostendekkend. De wijze van werken was blijkens de brief zó goed, dat van alle kanten werd geïnformeerd hoe er pre cies werd gewerkt, terwijl de wijze van werken in middels ook navolging heeft gevonden. Ik wil in dit verband twee vragen stellen. Heeft het bestuur van het stadsgewest zich niet afgevraagd of het uitzendbureau bij het op gaan ervan in een groter geheel niet minder goed zal gaan werken dan het deed? Waarom is het opgaan van het uitzendbureau in een groter geheel noodza kelijk? Ik kan mij voorstellen dat twee overheids- uitzendbureaus niet naast elkaar moeten werken, maar waar het uitzendbureau van het stadsgewest er in dit geval het eerst was zou ik mij ook kunnen voorstellen dat de rijksoverheid zich er buiten houdt. Voorts wordt nog opgemerkt, dat er -- zij het een klein verschil in doelstelling en in func tioneren is. Welke zijn nu precies die verschillen en is het niet wat gevaarlijk dat het stadsgewest in dit opzicht ineens weer door de knieën is ge gaan? Ik ben zelf altijd wat huiverig voor grote garelen, als iets goed werkt kun je het beter la ten bestaan. Ik weet wel dat dit in dit geval niet meer mogelijk is, maar ik zou de wethouder toch om

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2018