4 DECEMBER 1980 2026 volgens welke de commissie die zal worden inge steld een voordracht zal doen voor een directeur. Blijkens het gestelde op bladzijde 910 van de no tulen van april 1980 heeft wethouder Sandberg ge zegd dat dit de eerste verantwoordelijkheid zou zijn van de nieuwe commissie. Dit is een heel be langrijk en essentieel punt, omdat de communicatie tussen de commissie en directeur van ontzettend groot belang is, met name omdat het om zo'n tere en gevoelige zaak als kunst en cultuur gaat. Zo als eenieder die bij deze zaak betrokken is weet overigens bestaat daarover enig verschil van mening -- was één van de oorzaken van de problemen met betrekking tot de vorige commissie gelegen in het feit dat sommige personen het niet zo goed met elkaar konden vinden. Mijns inziens is het daarom belangrijk dat de nieuwe commissie zelf een direc teur kiest, opdat er een vertrouwensrelatie kan bestaan tussen de nieuwe directie en de nieuwe commissie. Als er nu al een nieuwe directeur wordt benoemd zal de in te stellen commissie met die man of vrouw worden opgezadeld, om het eens heel on parlementair te zeggen. Die situatie bergt weer mogelijkheden voor conflicten, wat ertoe kan lei den dat het beleid ten aanzien van de Beyerd zoals wij het zouden wensen en ook het beleid dat de wethouder voorstaat weer niet tot uitvoering kun nen worden gebracht. Het W.B.K.K., het collectief van Bredase kunstenaars, heeft aan ditzelfde al op alle mogelijke manieren uiting gegeven. Ik heb be grepen dat het wel wil meewerken aan het opstellen van een profielschets voor de nieuwe directeur, maar aan de andere kant laat het telkens weer blij ken dat het het nu gevoerde beleid eigenlijk niet wenst. Kan overigens de wethouder mij vertellen hoe het beroemde directeurenoverleghet netwerk- overleg, over deze nieuwe aanpak denkt? Verder wil ik opmerken dat onze fractie be grip heeft voor het feit dat er een wat moeilijke personeelssituatie bij de Beyerd bestaat. Deson danks zijn wij principieel van mening dat de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2026