4 DECEMBER 1980 2028 van zaken met betrekking tot de benoeming van de directeur; wij hopen dat wij niet alleen maar met de benoeming van die directeur worden geconfron teerd. Graag wachten wij het antwoord van de wet houder af. De heer VAN ASSELDONK: Wij zijn het met het college eens dat het aantrekken van een nieuwe di recteur geen langer uitstel gedoogt. Feitelijk heb ik er het vorig jaar bij de behandeling in de com missie cultuur van uw voorstel om te komen tot een nieuwe beleidslijn al voor gepleit dat zo snel mo gelijk een directeur zou worden aangetrokken. Wij bevinden ons thans in eenzelfde situatie als voor 1976. Ook toen nam het hoofd van het bureau cultu rele zaken het directeurschap waar. Voor een korte periode vinden wij dat geen probleem, maar het ziet ernaar uit dat deze situatie weer meer dan een jaar gaat duren. Wij menen dat de betreffende functie hiervoor veel te zwaar is en dat moet wor den gesproken van het plegen van roofbouw. Kan het college al meedelen hoe en wanneer het de commis sie cultuur denkt in te schakelen bij de aantrek king van een directeur? Voor wat betreft de bestuurscommissie ex ar tikel 61 wil ik met uw goedvinden even terugblik ken naar de séance van de vorige week donderdag in de Wegwijzer naar aanleiding van het college voorstel met betrekking tot de Hoge Vucht-proble- matiek. Na zo'n avond, waarbij achteraf kritiek uitoefenen gemakkelijk is, ga je ook eens te rade bij jezelf. Je vraagt je dan af waar het fout is gegaan. Ik meen dat je in de politiek ook de durf moet hebben om terug te fluiten. Mettertijd, bij de behandeling van de Hoge Vucht-problematiek zullen wij hierop terugkomen, wanneer deze kwestie ook uitvoeriger in de fractie is besproken. Wel wil ik u nu namens de V-V.D.-fractie zeggen dat de vorming van een bestuurscommissie ex artikel 61 voor het goed functioneren van de Beyerd naar de mening van onze fractie bepaald geen must is. Als

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2028