2029 4 DECEMBER 1980 over zes maanden blijkt dat er dan nóg niet kan worden gekomen tot de instelling van zo'n commis sie, dienen wij, althans volgens de V.V.D.-fractie daaruit de consequenties te trekken. De heer HENDRIKSEN: Bedoelt de heer Van As^ seldonk dat hij dan zijn eigen wethouder gaat te rugfluiten? De heer VAN ASSELDONK: Ik meen te mogen ver wachten dat het college dan met een voorstel zal komen om de Beyerd alleen door een directeur te laten runnen, waarbij dan het college de verant woordelijkheid op zich zal nemen; mijns inziens zou dat helemaal niet zo gek zijn. Vermoedelijk er dan weer een hele discussie in de raad moeten wor den gevoerd. Ik weet dat de heer Hendriksen goed kan fluiten. Ik kan het ook wel aardig, maar ik denk toch niet dat ik mijn wethouder terug zal moeten fluiten, al zou de heer Hendriksen dat ver moedelijk wel aardig vinden. De heer DE BROUWER: Meer dan eens hebben wij gezegd dat wij het nut betwijfelen van een be stuurscommissie wanneer die eigenlijk geen fat soenlijke taakopdracht heeft. Wij hebben dat ook gesteld met betrekking tot de bestuurscommissie van de Beyerd, en het onderhavige voorstel lijkt die mening te bevestigen. De enige taak van bete kenis die de bestuurscommissie van de Beyerd nog restte was de werving en selectie van de directeur maar nu wordt die door het college aan zich ge trokken. Wij hadden het juist gevonden als het college, nu er geen bestuurscommissie is die de werving en de selectie op zich kan nemen, van meet af aan de commissie cultuur hierbij had ingescha keld. Dit is echter niet gebeurd, hetgeen wij niet juist vinden. Overigens zijn wij wel van mening dat er snel een directeur zal moeten worden benoemd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2029