2037 4 DECEMBER 1980 toegemeten spreektijd te houden ik heb aller lei seinen vanuit mijn fractie gekregen maar misschien kunt u ook de leden van het college daarop wijzen. De opmerking van de wethouder dat het door mij gestelde over "Mixage van een vliegende salon" niet van wezenlijke betekenis is, toont aan dat het college er inderdaad niets van begrijpt. Het was niet mijn bedoeling te zeggen dat de leden van de commissie cultuur overal heen dienen te gaan, of ze het nu mooi vinden of niet; daarover heb ik mij helemaal niet uitgelaten. Men moet zelf weten wat men wil bezoeken en men moet ook zelf weten hoe men over het gebodene denkt. Het feit dat niemand de tentoonstelling heeft bezocht is voor mij echter wel een signaal, dat ik betreur. Het voorstel van het college zal ertoe leiden dat een jaar lang het team samen met de directeur de door de raad vastgestelde beleidslijnen verder zal ontwikkelen, zonder dat er een commissie is. Die commissie zal er op zijn vroegst eind 1981 be gin 1982 komen en opnieuw zal de commissie dan moeten gaan werken met een team dat al op elkaar is ingespeeld. De kans op conflicten is dan na tuurlijk levensgroot aanwezig. Ik moet u verder zeggen dat het mij toch wel verwondert dat D66 de commissie ex artikel 61 nu weer wil laten vallen, want ik meen dat de poli tieke opvattingen van die partij daar in feite haaks op staan. Van de heer Gielen, die namens het C.D.A. heeft gesproken, begrijp ik dat de fractie van het C.D.A. zeer bezorgd is over het functioneren van de Beyerd, welke bezorgdheid door mij wordt ge deeld. Om die reden hebben wij in april bepaald dat er in de toekomst tot een andere procedure moest worden gekomen, in die zin dat de in te stel len commissie de directeur zal aanwijzen. Terecht merkte de wethouder op dat er nu een nota door de raad is vastgesteld, in welke nota als één van de kernpunten is opgenomen dat de directeur nu door

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2037