4 DECEMBER 1980
2040
tot hetgeen u in de commissie adviseerde.'
De heer DE BROUWER: Als ik mij goed herinner
heb ik in de commissie cultuur een negatief advies
uitgebracht
De VOORZITTER: Overigens worden ook hier de
besluiten genomen, mijnheer Oomen.
De heer OOMEN: Ik wil toch wel graag een in
terruptie maken. De selectiecommissie voor de Bey-
erdwaarvan de heer De Brouwer deel uitmaakte,
heeft een unaniem advies uitgebracht dat hetzelfde
inhield als het voorstel van het college. Om die
reden verbaast mij het standpunt dat de heer De
Brouwer nu inneemt
De heer DE BROUWER: Het gaat er mij om dat de
commissie cultuur bij de beoordeling van alle kan
didaten moet worden betrokken, terwijl in het con
cept-besluit staat dat die commissie alleen bij de
beoordeling van de eindkandidaat zal worden betrok
ken
De heer GARRITSEN: De berekening van de wet
houder volgens welke hij concludeerde dat bij aan
neming van de amendementen de benoeming van de di
recteur nog anderhalf jaar op zich zal laten wach
ten begrijp ik niet helemaal. Hij gaat ervan uit
dat de voorbereidende fase, voorafgaand aan de aan
stelling, een bepaalde tijd zal duren, maar een en
ander moet worden gekoppeld aan het voorstel inza
ke de aanstelling van een directeur. Het is dan na
tuurlijk onzin om over een periode van anderhalf
jaar te praten.
Het bedrag dat op de begroting staat voor de
salariskosten voor de directeur zal mijns inziens
in het budgetegalisatiefonds komen. Is het mogelijk
dat dat geld wordt besteed voor concrete activitei
ten in de Beyerd? Ik zou daarvan een groot voor
stander zijn.