2047 4 DECEMBER 1980 over dat geld, zodat ik het ook niet kan toezeg gen. Indien de Waalse gemeente er niet in slaagt dat geld bijeen te brengen, ontstaat er een situ atie waarop wij ons met elkaar moeten bezinnen. Gelet echter op het feit dat deze gemeente, hoewel er nog geen steun van de Waalse Kerk is gerestau reerd, toch kans heeft gezien om van de 260.000, alvast 160.000,- op tafel te leggen, heb ik er het volste vertrouwen in dat heeft de Waalse gemeente zelf ook dat die resterende ton er ze ker zal komen. Op dat vertrouwen baseren wij ons eigenlijk zo'n beetje. Voor wat betreft de subsidie van het rijk kan ik zeggen dat er een schriftelijke toezegging ligt waaraan één conditie is verbonden, namelijk de conditie dat de wetgever de middelen ter beschik king dient te stellen. Dat is een formele zin die er altijd in staat en ik twijfel er niet aan dat de wetgever dat zal doen. Op basis van die schrif telijke toezegging mag in ieder geval met de res tauratie worden gestart. Wij zijn nog wel in onder handeling met het rijk om na te gaan of het rijk ook op zijn wijze een bijdrage kan leveren aan de voorfinanciering, door de financiering parallel te laten lopen met de subsidie en niet pas aan het eind van de rit af te rekenen. De heer Van Asseldonk heeft gevraagd wanneer met de restauratie zal worden gestart. Het zal duidelijk zijn dat de start daarvan niet meer dit jaar plaatsvindt, maar hoogst waarschijnlijk zul len in het voorjaar de eerste tekenen van de res tauratie zijn waar te nemen. Ik kan geen exacte datum noemen, maar iedereen staat wel startklaar om dit proces zo snel mogelijk van de grond te krij gen De uitspraken in het preadvies en de uitspra ken die ik naar aanleiding van het preadvies heb gedaan kunnen worden gegrondvest op een gesprek dat ik heb gevoerd met een vertegenwoordiger van de Waalse gemeente, die mij ook met betrekking tot de toekomstige exploitatie alle vertrouwen heeft

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2047