4 DECEMBER 1980 2070 De heer GARRITSENDaarbij kan ik mij aan sluiten. De heer DREEF: Wij kunnen uiteraard meegaan met dit voorstel, maar namens onze fractie wil ik wel ongenoegen naar aanleiding van het voorstel uitspreken. Ik weet dat u hierover als college wei nig zeggenschap hebt, maar het probleem zit in de aandeelhoudersvergadering die zoals wij hebben be grepen pas op 17 december a.s. bijeen komt en zich pas dan over de watertarieven gaat beraden. Het college is naar ik meen in de aandeelhoudersverga dering door de wethouder van bedrijven vertegen woordigd en ik zou hem willen vragen ons ongenoe gen in de aandeelhoudersvergadering nogmaals te willen uitspreken. Er komt voor ons overigens nog iets bijVan daag is naar ik aanneem onder verantwoordelijk heid van het college een artikel in de krant verschenen, betrekking hebbend op de tarieven voor gas, water en licht, waarbij een voorbehoud wordt gemaakt ten aanzien van goedkeuring door de gemeen teraad en Economische Zaken. Ik vind dit artikel voorbarig. Ook in de commissie hebt u gezegd dat naar u vermoedde wel een bepaalde prijs uit het overleg naar voren zou komen, maar nu moeten wij in de krant lezen, zonder dat wij als raad of com missie ter zake nader zijn geinformeerddat de door u veronderstelde tarieven de feitelijke tarie ven zullen worden. Wethouder BROOIMANSWat de opmerkingen van de heer Dreef betreft heb ik in de commissie be drijven al rekening en verantwoording afgelegd. Al vertegenwoordiger van de gemeente Breda heb ik naar ik meen in juni de aandeelhoudersvergadering bijgewoond, bij welke gelegenheid ik heb gezegd dit was mij ingegeven door vooral de verlangens van de commissie -- dat men zou moeten stoppen met de grote schoksgewijze verhogingen van de tarieven Daaraan heeft men gevolg gegeven en het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2070