4 DECEMBER 1980
2074
beantwoorden aan het democratisch ideaal van een
direct gekozen bestuureen onbereikbaar ideaal
zal blijven. Daarom en wegens een duidelijk afne
mende bereidheid bij alle stadsgewest-gemeenten --
ook bij Breda stadsgewestelijk te denken, als
mede vanwege geconstateerde fricties in het over
leg tussen het stadsgewest en Breda, zowel op amb
telijk als bestuurlijk niveau, heb ik bij de re
cente begrotingsbehandeling in de commissie alge
mene zaken gevraagd om een notitie van het college
over hetgeen Breda in de toekomst met het stadsge
west wil. Deze notitie is toegezegd en ik hoop,
dat het stuk binnen niet al te lange tijd in de
commissie algemene zaken aan de orde zal kunnen
komen en vervolgens ook in de raad, want het lijkt
mij van belang dat de raad zich zal uitspreken
over hetgeen Breda in de toekomst met het stadsge
west wil. Dat laatste is met name van groot belang
voor de Bredase leden van de gewestraad, die na
een uitspraak van de raad hieromtrent houvast zul
len hebben ten aanzien van hetgeen van hen door de
gemeenteraad wordt verwacht bij hun opstelling in
hun stadsgewestelijke functie, want onvermijdelijk
gaat de ontwikkeling van het stadsgewest voort.
De heer OOMENTer wille van de tijd wil ik
mij grotendeels bij de woorden van de heer Taks
aansluiten. Ook wij zien het als verontrustend dat
een aantal gemeenten in het stadsgewest minder
stadsgewestelijk blijkt te denken. Overigens merkt
u ook zelf op dat, als deze wijzigingen zouden
worden aanvaard, een aantal colleges van burgemees
ter en wethouders onmiddellijk de burgemeesters in
de stadsgewestraad zal afvaardigen. U zult begrij
pen dat wij dit vanuit onze politieke opvattingen
als een slechte ontwikkeling zien, wij staan op
het standpunt dat in de gewestraad, hoe deze ook
wordt samengesteld, zoveel mogelijk politiek be
noemde vertegenwoordigers zitting moeten hebben en
dat daarnaar -- gezien het programakkoord zijn wij
het daarover eens dient te worden gestreefd. Ik