4 DECEMBER 1980 2080 wij zullen te zijner tijd moeten kiezen tussen nieuwbouw, een gecentraliseerde huisvesting voor de dienst en mogelijke andere oplossingen. Vanuit die gedachte is het wellicht zinnig te bezien of de huurovereenkomst met het recht tot koop zou kun nen worden uitgebreid, waardoor de huisvestingsmo gelijkheid die nu via de huur van deze panden wordt verkregen voor de toekomst wellicht nog wat beter wordt opengehouden. Wethouder VAN DUN: Ik ben blij dat de raad mij niet uitnodigt breed uit te pakken over de huidige huisvestingssituatie van de dienst openba re werken en dat zal ik dan ook zeker niet doen. De heer Crul heeft zeer terecht gezegd dat de be slissing over de definitieve huisvesting van de dienst nog open is. Het is de commissie bekend dat in het meerjarenbeeld een perspectief voor een mo gelijke financiële oplossing is gevonden; ik zeg met nadruk "mogelijke financiële oplossing". Het is de commissie ook bekend dat bij het college en de dienst gedachten leven met betrekking tot ves tiging op de hoek van de Heerbaan en de Claudius Prinsenlaan in verband waarmee de directeur van openbare werken de opdracht heeft gekregen een be stemmingsplanwijziging voor te bereiden. Recht overeind blijft echter staan dat een principebe slissing over de huisvesting van de dienst openbare werken te gelegener tijd -- ik verwacht in de loop van het komend jaar zal moeten worden genomen en dat dan op het moment waarop het college bereid zal zijn een voorstel inzake een voorbereidings krediet voor de definitieve oplossing aan de raad aan te bieden. Op de vraag van de heer Crul over een gecen traliseerde danwel een gedecentraliseerde huisves ting kan ik niet namens het college antwoorden om dat wij daarover in het college nog niet hebben gediscussieerd. Mijn persoonlijke opvatting is dat de dienst in ieder geval gecentraliseerd gehuis vest zal moeten worden. Ik kan de heer Crul in dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2080