4 DECEMBER 1980 2094 De heer GOOS: Ik heb zojuist begrepen dat de C.D.A.-fractie nog dertig minuten spreektijd heeft, daarvan zou ik graag één minuut willen gebruiken. Van het voor ons liggende voorstel, dat wij niet alleen in de commissie maar ook in de fractie uitvoerig hebben besproken, zou ik in navolging van een vanavond ten aanzien van een ander voor stel gemaakte opmerking willen zeggen: laten wij nu eindelijk eens een keer starten na tien jaar praten over dit gedeelte van Breda. Dat is de wens van het C.D.A. U weet dat hieraan in 1970 is begon nen en dat in de loop van de jaren nogal het een en ander is gewijzigd, wat ik nu niet allemaal be hoef op te sommen omdat het duidelijk in het voor stel staat. Nu is het het belangrijkste dat wij hiermee eindelijk beginnen, wij moeten maar eens ophouden met opmerkingen in de zin van er is niet voldoende inspraak geweest". Eén van de hea rings heb ik persoonlijk bijgewoond, waarbij ik heb geconstateerd dat er weinig mensen aanwezig waren. Men kan nu wel stellen, dat de bewoners er bij hadden moeten worden betrokken, maar toen zij daartoe de gelegenheid hadden zijn ze gewoon niet gekomen. Dat mag naar mijn mening toch ook wel een keer worden opgemerkt. De heer VAN DE STEENOVEN: Ook ik heb een hea ring bijgewoond en bij die hearing is een aantal belangrijke suggesties naar voren gekomen. Naar mijn mening moet je ook naar de kwaliteit van de gedane suggesties kijken en niet alleen naar het aantal aanwezigen. Overigens waren bij de door mij bezochte hearing zeker meer dan vijftig bewoners aanwezig en dat vind ik voor een bijna totaal ont volkte buurt heel wat. Over de suggesties en wen sen van de zijde van de bevolking wordt naar mijn mening te gemakkelijk heengestapt en bovendien wil ik hier nog eens duidelijk zeggen dat inspraak niet de reden is geweest waarom het zo lang heeft ge duurd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2094