4 DECEMBER 1980
2100
is het onmogelijk er, zonder dat dit ten koste
gaat van andere projecten, nog meer geld aan te
besteden. Ook dat moeten wij naar mijn mening eer
lijk tegen elkaar zeggen. Als je dan de contouren
optelt, als je dan in aanmerking neemt dat de be
bouwing op het terrein te vroeg is gesloopt, dat
het terrein elk jaar dat het niet wordt bebouwd
-en dat niet alleen door de afwachtende houding
van het college duurder wordt, dat de grond
prijs in het gebied Leuvenaarstraat-Middellaan
waar toch premiehuurwoningen zullen worden gebouwd
op het ogenblik al meer dan 300,per m^ be
draagt en de ondergrond voor de woningbouw 525,-
per m^dan zeg ik: ga er maar aan staanAls wij
tegelijkertijd een terecht door de raad aangenomen
motie inzake een parkeergarage ter plaatse op ta
fel hebben: ga er maar aan staanJ Het hoort er wel
bij.' Waar wij deze uitdaging hebben aanvaard en
waar bekend was, dat wij niet met een goudgerande
stedebouwkundige uitleg kunnen komen, waar wij
hier toch 150 woningwetwoningen en dik 3 00 premie
huurwoningen gaan bouwen in een aanvaardbare prijs
klasse in de binnenstad van Breda het wordt
niet zoals de heer De Brouwer suggereert een stuk
je Hoge Vucht in de binnenstad, want je zult maar
op zo'n lokatie, zo aanleunend tegen de binnenstad
mogen en kunnen wonen dan vind ik het wat be
droevend als in de richting van het college of de
stedebouwers van de gemeente Breda wordt gezegd:
dit is een plan waarvoor wij ons over tien jaar
zullen moeten schamen, Neen, wij dragen hiervoor
de gezamenlijke verantwoordelijkheid, wij vullen
een doelstelling in binnen de gegevenheden die
de raad zichzelf heeft opgelegd.
Dit is over het voor ons liggende voorstel
mijn verhaal. In tegenstelling tot de heer De Brou
wer, misschien de heer Garritsen en de heer Van de
Steenoven V-V.D. en C.D.A. zeg ik veel dank
voor de ondersteunende woorden ben ik van me
ning dat wij ons, als wij er na tien jaar in sla
gen op 1 maart 1981 met de uitvoering van dit plan