4 DECEMBER 1980 2102 je, als je in het verleden fouten hebt gemaakt, nu maar met oogkleppen aan verder moet gaan en je op het standpunt moet stellen dat wijals wij het gebied nu maar zo snel mogelijk volbouwen, de fi nanciële schade nog enigszins kunnen beperken waar mee wij ervan af zullen zijn. Dat is het probleem waarmee wij zitten. Natuurlijk zijn wij van oordeel dat de woonfunctie in de binnenstad moet worden versterkt, dat hebben wij altijd gezegd en wij zijn ook blij dat er veel woningen zijn gebouwd, maar de nog te bouwen woningen moeten niet tot el ke prijs op elkaar worden gestapeld. In het beken de groene boekje, waarin is aangegeven wat wordt nagestreefd, is ook duidelijk gezegd dat het wonen en een aantrekkelijke woonomgeving gekoppeld die nen te zijn. De Hoge Vucht heeft ons mijns inziens geleerd, dat wonen en woonomgeving twee belangrij ke componenten zijn, waarbij ik nog eens wil her halen wat ik in eerste termijn heb gezegd, namelijk dat de bezwaarschriften van de reeds aanwezige schaarse bewoners erop wijzen dat in dit opzicht in de toekomst een probleem zal ontstaan. Moeten wij nu op grond van korte-termijn-overwegingen van financiële aard voor deze in de toekomst te ver wachten problemen de ogen sluiten? Ik wijs er nog maals op, dat een plan als dit voor vijftig of misschien wel honderd jaar of langer wordt gemaakt en als dat in aanmerking wordt genomen gaat het onzes inziens niet aan vanwege enkele miljoenen -- ik weet dat het daarom gaat aan de bezwaren voorbij te gaan. Er wordt nu gezegd dat zo snel mogelijk moet worden begonnen omdat met name de rentebijschrij vingen een probleem vormenmaar dat maakt het voor mij eens temeer onbegrijpelijk dat in het plan een parkeergarage wordt gehandhaafd waarvan niet zeker is dat de bouw daarvan doorgang zal vinden, maar waarvan men wel zeker weet dat reali sering in ieder geval nog jaren zal duren. Dat be tekent dat wij wat het betreffende terrein betreft nog lange tijd met de rentebijschrijving blijven

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2102