9 DECEMBER 1980 2112 Aan de andere kant heb ik weieens de indruk dat de P.v.d.A.-collegeleden wel participeren in het stadsbestuur, maar onvoldoende bereid zijn om de consequenties van een compromissituatie te aan vaarden Dit uit zich de ene keer door het zich niet kunnen vinden in een meerderheidsstandpunt van het college van burgemeester en wethouders en de ande re keer zo dit wel gebeurt dat de meerder heid zogenaamd de prijs betaalt voor de herken baarheid van de P.v.d.A. Dat werken in de raad er ook niet aantrekke lijker op wordt, ervaren we allen, inclusief de voorzitter. Je blijft elkaar kritisch en soms wei eens wantrouwend volgenverbaasd wanneer de recht se V.V.D. plotseling een zwaai maakt naar de link se P.v.d.A, en de P.v.d.A. zich laat richten door de P.S.P. terwijl de heer Garritsen dan heel graag zou willen weten waar het C.D.A. dan staat. De afkomst en het nest verloochenen zich niet, al hoewel je van D'66 wel eens de indruk hebt dat het een koekoeksjong is, door anderen opgevoed en nog niet goed wetend hoe het zich te gedragen heeft. De P.S.P. doet me vaak denken aan een hommel; die kruipt ook overal in, is lastig, vervelend en ir ritant, maar steken doet ze niet.' Het zal moeten blijken of we het jaar 1981 het jaar van de politieke duidelijkheid kunnen noemen, mede in verband met de samenwerking in de toekomst De vorige maal heb ik uw aandacht al gevraagd voor de grote druk waaronder het raadslid zijn werkzaamheden moet uitoefenen. Een en ander wordt er niet beter opf doch eerder beroerder; actiegroe pen en burgers doen hoe langer hoe meer een beroep op het raadslid, het inspelen op maatschappelijke ontwikkeling zoals kraken, welzijnsplannen, eman cipatie vraagt tijd van voorbereiding en studie, terwijl de algehele problematiek ook veel omvang rijker en ingewikkelder wordt. Daarnaast zouden raadsleden vanuit hun

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2112