2115 9 DECEMBER 1980 Het lijkt me gewenst dat het functioneren van het stadsgewest nog eens kritisch wordt bezien, zeker nu de minister spreekt over een driedeling van Brabant. Een van de middelen om dit te voorko men zou kunnen zijn een goed lopende stadsgeweste lijke structuur met een rechtstreeks gekozen ver tegenwoordiging, waarbij de afspraken gebaseerd zijn op het algemeen belang en niet ondergeschikt mogen zijn aan het veto-recht van een van de part ners, waartoe de huidige structuur ons noodzaakt. Ook is in de huidige structuur de terugkoppe ling naar onze gemeente weinig ideaal te noemen, evenals de wijze waarop de afgevaardigden geacht worden de mening van Breda te vertolken. De wet houder die binnen het college stadsgewestelijke zaken moet coördineren laat deze zaak zeker niet liggen, doch men kan ook niet stellen dat zijn handelen en opvattingen kunnen stoelen op datgene wat binnen de raad wordt gedacht. Het lijkt mij nuttig dat we hieraan de nodige aandacht besteden en ik zou graag uw opvatting daaromtrent vernemen. In februari heb ik nog uitvoerig stil ge staan bij de leefbaarheid in onze stad. Ik heb u toen in overweging gegeven eens na te denken of het niet de moeite waard was met een breed samen gestelde groep na te gaan hoe we deze leefbaarheid op de meest goede wijze kunnen bevorderen. Ik heb u daarvoor toen een aantal suggesties gedaan die binnen zulk een groep besproken zouden kunnen wor den, waarbij het onder meer erover ging hoe wij de burger meer konden betrekken bij het handhaven van die leefbaarheid. Zou ik een en ander nog eens on der uw aandacht mogen brengen en u mogen verzoeken ons hierover op korte termijn te willen informeren? Het is jammer dat het college zich nog niet duidelijk uitgesproken heeft omtrent zijn opvat tingen met betrekking tot het kraakbeleid en de daaruit voortvloeiende problemen. Alhoewel wij begrip hebben voor het feit dat u uw beleid wilt afstemmen op het landelijk beleid, zijn wij van mening dat uitstel niet veel langer kan. Ik zou u

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2115