2117 9 DECEMBER 1980 in de papieren lopen. Ik geloof dat langzamerhand de tijd is gekomen om ons af te vragen of de ge hanteerde structuren om de burgers te laten mee praten wel succes hebben. Ik zou u willen uitnodi- gen tot een evaluatie van al die activiteiten die in het kader van de inspraak aan de orde zijn ge weest, de kosten ermee gemoeid en de behaalde re sultaten. U zult zich kunnen voorstellen, dat de cen trale plaats die uw college geeft aan het item wonen, dat simpel vertaald een passend dak boven het hoofd van iedere Bredanaar betekent, onze vol ledige instemming heeft. Maar daarmee zijn we er niet. U zult zich ongetwijfeld mijn uitspraak van het vorig jaar in de herinnering willen roepen, waarbij ik stelde dat bouwen bij het leven funda menteel en primair staat bij het aanpakken van het volkshuisvestingsprobleem. Mijn fractie doet niet aan dit standpunt af. Alleen zijn wij met alle mi sère bij de huidige inzakkende woningmarkt nog ge confronteerd met een ander punt, dat te omschrij ven zou zijn als "hoe houden we het leven in de bouw" Afgezien van de afschuwelijke werkeloosheid, juist in de bouwsector, vraag je je in gemoede af hoe het mogelijk is of kan zijn dat binnen het na tionaal volkshuisvestingsprobleem een lokale over heid nog zijn plan kan trekken tegen de achter grond van datgene wat wij in het programakkoord vermelden, namelijk bouwen naar behoefte. Dit al les afgezet tegen onze groeistadopdracht, en dat vertaald naar onze regionale functie, straks weer neergelegd in het nieuwe streekplan voor Wester Brabant, en dat weer tegen de achtergrond van on geveer 6.000 Bredase woningzoekenden met, naar mijn schatting, een harde kern van ongeveer 1.200 urgent tot zeer urgent geklassificieerden. Of an ders gezegd: hoe is een plaatselijk volkshuisves tingsbeleid in deze situatie te effectueren met goedgekeurde bestemmingsplannen in de Haagse Beem den, een ambitieus nieuwbouwprogramma voor de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2117