2125
9 DECEMBER 1980
gaat. Kan het college dienaangaande een garantie
geven?
De sector jeugd, sport en recreatie kan een
zekere daadkracht niet worden ontzegd. Er zijn
nogal wat nota's geproduceerd en een veelvoud van
nota's is toegezegd, waardoor alles op ambitie
duidt. Toch bekruipt ons, de nota's en de daarin
gestelde aanbevelingen lezend en beleidslijnen vol
gend, bij tijd en wijle een ondefinieerbaar ge
voel. Wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken
dat dikwijls getracht wordt eigen partij-politieke
opvattingen te laten prevaleren boven de wensen en
ideeën die bij de bevolking leven. Zo hebben wij
wel eens het gevoel dat door de welhaast extreme
aandacht voor achterstandssituaties een groot ge
deelte van de Bredanaars de idee hebben dat zij
juist achtergesteld dreigen te worden. Ik heb wel
eens de indruk dat men via het simpele spelen in
de wijk of middels het beoefenen van de tennis
sport indringende maatschappelijke veranderingen
op niet evidente wijze aan de Bredase gemeenschap
wil opdringen. Het zou een bijdrage tot de zozeer
gepropageerde duidelijkheid zijn indien nota's in
de toekomst vergezeld zouden gaan van heldere en
duidelijke besluiten, zodat eenieder weet waar hij
aan toe is, terwijl wij u zouden willen vragen er
zorg voor te dragen dat gestarte projecten afge
werkt worden en niet door het opstarten van nieuwe
activiteiten, gebrek aan mankracht, aan financiële
mogelijkheden onafgewerkt moeten blijven liggen.
Terecht vraagt deze tijd veel aandacht voor
milieu. Dit is een ontwikkeling die vanuit ver
schillende sectoren op ons af komt, zoals openbare
werken, politie etcetera. Ik denk dat het zinvol
zou zijn wanneer u eens zoudt nagaan of meer co
ördinatie niet gewenst zou zijn, waarbij wellicht
een nieuw eigen budget beschikbaar zou moeten ko
men. Wij moeten ons echter verzetten tegen een
landelijke wetgeving, welke uitvoering op lokaal
niveau verlangt zonder dat we voldoende inzicht
krijgen in de financiële consequenties. Wij zouden