9 DECEMBER 1980 2140 van het aantal arbeidsplaatsen of tot het ver bergen van een gebrek aan arbeidsplaatsen; <r deeltijdarbeid mag niet beperkt blijven tot kwa litatief lager werk met een slechte rechtsposi tie; r de arbeidsorganisatie zal ook op deeltijdwerkers moeten worden afgestemd. In het kader van de werkgelegenheid vragen wij voorts bijzondere aandacht voor het voorrang verlenen aan vrouwen. Daarnaast verzoeken wij u eens te bezien of de P.T.T-regeling voor vervroegd uittreden tussen 60 en 67 jaar door de gemeente zou kunnen worden overgenomen. Vervolgens vragen wij u voorrang te verlenen aan het oplossen van de jeugdwerkloosheid en speciale aandacht voor huma nisering van de arbeid. Bij het hoofdstuk werkgelegenheid willen wij nog een kanttekening plaatsen bij de concurrentie slag die verschillende gemeenten en ook provincies leveren bij het aantrekken van werkgelegenheid. Iedereen loopt zich de benen uit het lijf om be drijven te ronselen, je kunt het niet anders noe men. Allerlei vaak moeilijk te verteren praktijken - schijnen daarbij te zijn toegestaan. Dit doet de oplossing van de werkgelegenheid naar ons oordeel over het geheel genomen zeker geen goed en aan de ze concurrentie en competitie zouden wij dan ook graag een einde willen maken, waartoe wij naar Brabant en zeker West-Brabant toe initiatieven zouden kunnen nemen. Ten eerste zou de kleinscha lige aanpak van de werkgelegenheid moeten worden gestimuleerd, ten tweede zou aan de tewerkstelling van burgers uit West^-Brabant voorrang moeten wor den gegeven, ten derde zouden de beschikbare werk terreinen in West-rBrabant in goede samenspraak tot exploitatie moeten worden gebracht waartoe het op zetten van een regionale grondpool mogelijkheden biedt en ten vierde zouden de gemeenten naar onze opvatting een bijdrage moeten leveren om de levens vatbaarheid van het industrie- en havenschap Moer dijk te verbeteren, zeker voor de grootschalige

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2140