2143
9 DECEMBER 1980
inachtneming en respectering van de diverse ver
schillende verantwoordelijkheden van overheid,
particulier initiatief en burgerij. Aan het colle-
ge de opdracht de verstarring snel te doorbreken.
Het welzijnsbeleid is omvangrijk en raakt al
le sectoren van het beleid. De activiteiten die
met het geld worden uitgevoerd hebben onze instem
ming. Het moet ons van het hart dat de extra aan
dacht die de zogenaamde zachte sector eindelijk
heeft gekregen moet worden uitgebreid.
Tot slot van deze algemene beschouwingen nog
drie punten.
De maatschappelijke ontwikkelingen staan op
een tweesprong, de sociaal-economische situatie
stelt ons gezamenlijk voor belangrijke keuzen. Ons
westerse systeem staat daarbij onder zware druk.
Doemdenken en passiviteit worden ons aangepraat
een kwalijke hetze wordt daarnaast op gang gebracht
alsof de burgers die van sociale uitkeringen moe
ten leven de malaise veroorzaken. Geestelijk ge
weld van alle kanten, uit alle richtingen, ook
werkgevers, ministers, parlementariërs doen eraan
mee, naar uitkeringsgerechtigden, naar gastarbei
ders, naar andere minderheidsgroepen, een hetze
die door ons met klem wordt afgekeurd. De P.v.d.A.
neemt afstand van dit doemdenken, deze passiviteit,
deze ergerlijke discriminatie. Wij kiezen voor een
actieve aanpak van de problemen. Ver doorgevoerde
democratisering en een meer gelijke verdeling van
onze mogelijkheden zullen onzes inziens de basis
moeten worden van een meer rechtvaardige samenle
ving. Daarvoor zullen wij ons blijven inzetten.
De sociaal-economische situatie verdraagt ook
in Breda geen politieke onmacht. Wij hebben geen
tijd voor langdurige discussies en geen tijd voor
voorzichtige compromissen. Het is zaak dat het
college de raad op korte termijn duidelijk maakt
met welke situatie wij in de komende jaren eigen
lijk te doen hebben, de raad zal daarna actief
moeten inspelen op de voorziene situatie.
De P.v.d.A. zal met betrekking tot dit laatste