2151
9 DECEMBER 1980
een groter effect hebben dan de optelsom van het
individueel beleid van elk der gemeenten. Belang
rijk in dezen is of Breda dan ook bereid is iets
van de eigen zelfstandigheid in te leveren. Bij
mij bestaat voorlopig nog niet de indruk dit
in de richting van de heer Crul dat hier en
daar in het kader van bedrijfsvestigingsprocedures
wat gerommeld zou worden.
De nota sociaal-economisch beleid geeft een
begin aan van de samenwerking tussen de onderschei
den functies. Bij ons staat voorop dat de wethou
der van economische zaken in dezen een voortrek
kersrol moet blijven vervullen. De heer Crul
noemde zojuist een wat andere volgorde.
Tot slot met betrekking tot de werkgelegen
heid het volgende. Wij mogen ons gelukkig prijzen
dat dankzij een zeer goed financieel beheer van
de BrIM een groot structureel bedrag in het werk-
gelegenheidsfonds kan worden gestort. Hierbij mag
het project-schoolverlaters niet onvermeld blij
ven, een problematiek welke op de industriemiddag
nog eens speciaal onder onze aandacht werd ge
bracht.
Het bieden van goede huisvestingsmogelijkhe
den is eveneens een belangrijke vestigingsvoor
waarde voor bedrijven en daarmede ben ik dan te
gelijk aangekomen bij de problematiek van de wo
ningbouw. Waar je ook in den lande komt, je kunt
overal horen dat Breda een gezellige stad is met
een mooie woonomgeving. Wat dat betreft ontbreekt
er niets. Anders is het gesteld met de woningpro-
duktie of het gebrek aan beschikbare woningen. Het
ligt overigens niet alleen aan de wethouder dat
de produktie stagneert, Op zich is dit geen ty
pisch Bredaas probleem, zodat ik al snel de con
clusie moet trekken dat er andere structurele oor
zaken zijn die die problematiek oproepen. Zolang
wij als raad nog steeds naar buiten de indruk wek
ken dat wij op lokaal niveau de woningnood kunnen
opheffen is er sprake van een volledige miskenning
van de feitelijke oorzaken. Hiermede wil ik